Hoofdstuk 13

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Arena

Midden in de nacht schrik ik opeens wakker van een harde bons. Ik wil rechtop gaan zitten, maar ik merk dat twee armen zich stevig rond mijn middel heb geklemd en er een lichaam dicht tegen me aan ligt. Gelukkig zitten er twee slaapzakken tussen mijn lichaam en dat van Mick in, want dat van Sera is het niet, Sera ligt met haar gezicht naar me toe. Ik probeer mezelf uit Micks armen te bevrijden, maar ik wil hem niet wakker maken. Als het eindelijk is kruip ik uit de slaapzak en doe ik de groene jas om, die onderdeel van de Arenakledij. Het is koud en ik voel de haartjes op mijn arm overeind staan. Ik doe mijn rugzak om, trek de nachtkijker eruit en zet die op. Daarna loop ik naar Melissa toe. Ze is van de boomstam waar ze op zat gevallen. Ik schud haar wakker en verdwaasd doet ze haar ogen op.

'Je was in slaap gevallen,' zeg ik tegen haar en ze knikt spijtig. Ik stuur haar naar de slaapzakken en draai me om. Ik ben net op tijd om twee gestaltes voorbij te zien schieten en ik bedenk me geen seconde. Ik sprint de twee achterna en klem mijn hand goed om de band van mijn rugzak. Als ik dichterbij kom zie ik dat het Alexandra, uit District zes volgens mij, en Lizzy, uit District dertien zijn. Het schiet door mijn hoofd heen dat ik wraak wil op Lizzy, doordat ze Timmy heeft vermoordt. Maar misschien is het beter als ik Melissa het met Lizzy uit laat vechten.

Lizzy en Alexandra hollen naar de hoorn toe, waarschijnlijk omdat Lizzy niet naar District dertien kan. Ik heb geen idee waar ze heen gaan, maar ik ga ze wel achterna. Ik ren over het open grasveld, wat gevaarlijk is. Gelukkig krijg ik het warm dankzij het rennen, want het is vreselijk koud. Hoe warm het overdag was, zo koud is het nu. Als Lizzy en Alexandra bij de hoorn aangekomen zijn duik ik in het hoge gras en tijger ik ze achterna. Mijn kleren worden nat van de dauw op het gras, maar dat deert niet. Waarschijnlijk droogt dat overdag wel.

Inmiddels zijn Lizzy en Alexandra aan de zijkant van de hoorn en ik zie hun ruggen. Ik zou ze nu aan kunnen vallen, maar ik doe het niet. Ik sta op en druk mijn rug tegen de metalen platen van de hoorn aan, die koel aanvoelen op mijn huid. Als Lizzy en Alexandra in District twaalf zijn aangekomen, valt Lizzy flauw. Alexandra schrikt zichtbaar en ze tilt Lizzy op. Alexandra rent naar District elf en komt net op tijd aan bij een bosje. Dan valt ze ook neer. Na vijf minuten wachten weet ik zeker dat ze slapen en sluip ik dichterbij. Hier zijn alleen maar bosjes en er is zand, dus ik kan niet door gras heen tijgeren. Ik kies een weg met zoveel mogelijk beschutting en ga naar de twee. Ik zie dat ze bulten hebben, waarschijnlijk van bloedzoekers. Bloedzoekers zijn een soort grote wespen en dankzij de steken krijg je afschuwelijke hallucinaties, die je angst opzoeken. Die worden voorlopig niet meer wakker, dus ik kan ze vermoorden. Toch besluit ik het niet te doen, één dode op mijn geweten vind ik meer dan genoeg.

Voorzichtig haal ik de geïmproviseerde rugzakken van hun rug en ik open ze. Drie broden, een messenset, een drietand, pijlen, twee gevulde literflessen, een nachtkijker, speerpunten en een touw. Ik pak een brood, de drietand, een mes en het touw. De rest doe ik terug in de rugzak en leg ik tussen Lizzy en Alexandra in. Met een mes kerf ik in een houtje een boodschap.

Ik laat het hierbij, maar als ik jullie nog een keer tegenkom, breng je het er niet levend vanaf. Sky

Ik denk niet dat ik ze vermoorden ga, maar Melissa vast wel. Dit is dus gewoon een waarschuwing. Ik doe de spullen in mijn rugzak en sluip weer terug. Ik moet een klein stukje over het zand en ik besluit eroverheen te sprinten.

Opeens zak ik weg en door de schrik slaak ik een gil. Verschrikt sla ik een hand voor mijn mond en ik probeer uit het zand weg te komen. Maar des te meer ik beweeg, des te dieper ik wegzak. Ik zit vast, in drijfzand. Er is niemand in de buurt om mij te helpen want Mick, Melissa, Sera en Dragon slapen en de andere tributen zouden me willen vermoorden. Stel dat Bo zou komen, dan ben ik kansloos! En Lizzy en Alexandra zouden het ook niet moeilijk moeten vinden om mij te doden.

Ik haal de rugzak van mijn rug en pak de drietand van Alexandra eruit. Dan heb ik tenminste een verdedigingswapen, ik ben dus niet helemaal kansloos. Verdwaasd kijk ik om me heen, ik kan niets! Dit wordt sowieso mijn dood, dat kan niet anders.

Wat was het dom van mij om te gillen. Het was laf en zo niet Beroeps. Ik had Melissa, Mick, Dragon en Sera nooit in de steek moeten laten. En nu ik het toch gedaan heb, had ik beter Lizzy en Alexandra kunnen doden. Zodra zij bijkomen is het gedaan met mij. Zeker nu ik hun spullen gejat heb. Ik haat het, ik haat de keuzes die ik gemaakt heb. In mijn hoofd ga ik de eerste dag in de Arena langs. Eerst heb ik Ronja vermoord en toen heb ik Paula verwond. En alsof dat nog niet genoeg is, heb ik ook Hanna verminkt. Ik heb er een raar gevoel over, ik bedoel, doe ik het goed of slecht.

Dan dwalen mijn gedachtes af naar Mick. Zou hij me nog steeds leuk vinden? Zoals hij zijn armen om mij heengeslagen had, lijkt het er wel op. Waarom is hij zo'n idioot dat hij verliefd wordt, uitgerekend nu? Ik hoop vurig dat die verliefdheid over is, maar ik denk het niet.

Hoe lang zou ik hier al zitten? Ik zie nog geen ochtendlicht, het lijkt nog nacht. Maar dat kan ook een val van de Spelmakers zijn, dat weet je nooit. Ik ben in ieder geval al diep weggezakt, tot mijn middel. En ik heb me niet eens meer bewogen! Dadelijk zit ik vast tot mijn nek, dat lijkt met gruwelijk. Verstikt worden door dit zand, zo sterf ik liever niet. Opeens zie ik in de verte twee gedaantes. Ik vraag me af wie het zouden zijn. Misschien zijn het Lizzy en Alexandra, ik heb geen idee hoe lang het duurt voordat Bloedzoekersgif uitgewerkt is. En zouden zij dan al een tegen middel gevonden hebben?

'Sky!' hoor ik één van de twee roepen. Ik herken de stem, het is Melissa!

'Melissa!' roep ik naar haar toe. Ik zie wie met haar meeloopt, het is Mick. Waarom niet Sera? Waar is Sera en waar is Dragon? Dadelijk zijn ze dood!

Inmiddels zijn Melissa en Mick dichterbij gekomen. Ik ben veilig, denk ik bij mezelf. Ik draai mijn nek om en zie achter me nog iemand. Ik hoop op Dragon, of Sera. Maar als het figuur dichterbij is, zie ik dat het Alexandra is. Ik draai me weer om naar Melissa en Mick zijn ze er al bijna. Ineens schiet er iemand uit de bosjes links van mij en die rent het veld over. Het is Bo! Ze heeft me de hele tijd bespioneerd, maar ze heeft me niet gedood. Ik vraag me af hoe lang ze er al gezeten moet hebben, want waarschijnlijk zag ze Melissa en Mick en heeft ze me daarom niet gedood.

Melissa wil Bo achterna schieten, maar Mick steekt zijn voet uit en Melissa knalt op het zand neer. Snel krabbelt ze overeind en ze kijkt Mick boos aan.

'Sukkel,' ze trapt Mick tegen zijn scheen, 'dankzij jou,' ze geeft hem nog een trap, 'was ik bijna,' ze stompt hem tegen zijn arm, 'in het drijfzand,' nog een stomp, 'gezakt!'

Mick wrijft pijnlijk over zijn arm en kijkt Melissa vernietigend aan. Ik grinnik zachtjes, maar daardoor zak ik dieper het zand in, inmiddels tot mijn middel.

'Je slaat harder dan je denkt Melissa,' zegt Mick verstoord. Dan richt hij zich op mij en kijkt mij bedenkelijk aan. 'Hoe krijgen we jou hieruit?' vraagt hij bedenkelijk. Op zijn voorhoofd zit een frons.

'Ik wéét dat ik haar niet achterna mag gaan,' begint Melissa, 'máár Alexandra loopt daar.' Ik draai me nog eens om en zie dat Alexandra dichterbij gekomen is. Ik open mijn rugzak en haal er een mes uit.

'Werp die naar haar, dan wordt ze aangevallen door haar eigen wapen,' zeg ik en ik geef hem aan Melissa. Zij gooit hem naar Alexandra toe. Alexandra kan net op tijd wegduiken en het mes snijdt in haar vest.

'Eigen wapen?' vraagt Melissa, maar dan bedenkt ze zich een betere vraag: 'Hoe ben je hierin terecht gekomen?'

'Nou, nadat ik jou naar bed gestuurd had, zag ik Lizzy, uit District dertien en Alexandra, uit District zes, voorbij rennen. Ik ben ze achterna gegaan en ik heb geen seconde aan jullie gedacht, sorry! En daarnaast was het ook nog zo dat ik ze meteen achterna moest gaan, anders was ik ze kwijt. Blijkbaar waren ze door Bloedzoekers gestoken en ze vielen flauw. Eerst Lizzy, toen Alexandra. Ik heb daarna een aantal spullen gejat en toen wilde ik hier overheen sprinten, maar ja, je ziet wat er gebeurt is. Blijkbaar zat Bo in de bosjes, maar ik had geluk met jullie. Anders werd het gegarandeerd mijn dood,' leg ik uit.

'Oké. Ik werd wakker doordat Melissa in de slaapzak ging liggen en ik dacht dat jullie van wacht waren gewisseld, maar toen ik rechtop ging zitten was je weg. Ik schudde Melissa, Dragon en Sera wakker. Dragon en Sera zijn nog bij het kamp om alles in de gaten te houden. Maar de spullen hebben we ingepakt, Melissa en ik hebben een slaapzak en zeil mee en onze eigen spullen. Gewoon voor het geval dat. We gaan terug en daarna willen we op Tributenjacht,' legt Mick uit. "Tributenjacht" klinkt me vreemd en onbetrouwbaar in de oren en ik wil er niet meer over weten.

Ineens tijdens ons gesprek komt een zilver parachuutje naar beneden gedwarreld. Gretig grijpt Melissa het vast, maar Mick slaat het gauw uit haar handen.

'Je weet toch dat dat gevaarlijk is?' vraagt hij haar boos en bezorgd. Een aantal Hongerspelen geleden was er een boobytrap in de Arena gezet en er was een gebied waar zilveren parachuutjes met bommen eraan naar beneden dwarrelden, zodra er een Tribuut was. Die parachuutjes ontplofte vijf seconden nadat de Tribuut hem aangeraakt had. Maar nu is er na vijf seconden niets gebeurt en Melissa loopt weer naar het parachuutje toe. Mijn blik kruist heel even die van Mick en ik zie dat zijn wangen een beetje rood worden, ondanks dat het donker is.

Hij heeft geen woord gerept over vannacht, of over het feit dat hij me leuk vindt en ik ben niet van plan om erover te beginnen.

'Wat ís dit?!' vraagt Melissa en ze gooit een klein katrolletje naar mij toe. Ik herken het meteen, het is visdraad. Het modern ontwikkelde visdraad van het Capitool, wat zó stevig is dat je er een mens aan kunt hangen. Ik denk dat dat nu precies de bedoeling is. Mick neemt het katrolletje van mij over en begint een razendsnel het touw aan een struikje te knopen. Intussen legt hij Melissa en mij, maar vooral Melissa, uit wat zijn plan is.

'Ik knoop de draad aan dit twijgje vast en dadelijk moet Sky het goed vasthouden. Dan trekken wij, Melissa, aan het touw en zo komt Sky eruit,' vertelt hij alsof het de simpelste zaak van de wereld is. Het is ook niet moeilijk om het te snappen. Zodra Mick de constructie af heeft, begint hij met zijn plan. Na vijf minuten ben ik uit het zand getrokken. Melissa is naar achteren getuimeld tijdens het trekken, dus wij allebei zitten onder de modder. Snel haalt Mick de draad los en rolt die weer om de katrol. Daarna geeft hij die aan mij.

'Hier: het is jouw geschenk,' zegt hij. Hij ontwijkt mijn blik en als mijn vinger zijn hand per ongeluk raakt trekt hij verschrikt terug. Ik doe alsof ik het niet merk en bind het draadje aan de band van mijn rugzak.

Daarna hollen we terug naar het kamp, maar net voordat we er aankomen val ik tegen een soort krachtveld. Néé, het is een krachtveld. Ik gooi wat steentjes die op de grond liggen ertegenaan en merk dat het nog geen twee meter verder stopt. Als we erlangs zijn, zie ik in de verte silhouetten. Maar daardoor besef ik dat ik iets mis. Ik vloek en voel aan mijn ogen, waardoor mijn vermoedens bevestigd worden.

'Ik ben mijn nachtkijker kwijt,' zeg ik zuchtend. Beroeps kunnen niet zonder nachtkijkers en nu ben ik hem kwijt! Het zal wel gebeurt zijn toen ik uit de modder werd getrokken. Melissa slaat zichzelf tegen haar hoofd en Mick zucht. We blijven niet te lang stilstaan en rennen naar de plaats waar ons kamp zou moeten staan. Alleen ze vijf takken, waarmee we ons afdakje gemaakt hebben, de boomstronk en de resten van het kampvuur zijn er nog. Ik zie geen Dragon en ook geen Sera. Waar kúnnen ze zijn?

Alsof het Capitool ons niet genoeg angst opjaagt, gaan er kanonschoten. Ik tel ze, het zijn er vier. Stil in mezelf biddend hoop ik vurig dat het Sera niet is, of Dragon. Alsjeblieft niet Sera, fluister ik tegen de hemel en ik voel angst door mijn lichaam trekken. Misschien zijn degene die dood zijn vlakbij. Maar ook hier vindt het Capitool het nodig om angst te zaaien. Een hovercraft verschijnt boven District één en gaat acht keer naar beneden, waardoor ik vermoed dat de lichamen in twee stukken zijn gescheurd. Wat ben ik blij dat Melissa niet naar District één kan. Ik kijk mijn twee metgezellen aan en zie dat Melissa ook wit is weggetrokken.

'Wat nu?' vraag ik en zo verbreek ik de stilte. 'We kunnen hier niet blijven... Hmm... Misschien kunnen we naar District negen...' opper ik. Ik bedoel, graan, wat is daar nu gevaarlijk aan? De rest knikt instemmend en we gaan op een jogtempo naar District negen. De zon komt op en het wordt ook steeds warmer, merk ik. Als we in District negen aankomen, valt mijn mond open van verbazing. Een uitgestrekt graanveld zie ik voor mijn ogen, wat niet alleen eten biedt, maar ook een schuilplaats.

'Zitten hier geen slangen?' vraagt Mick. 'Of andere gevaren?' Daar heb ik niet eens aan gedacht, misschien is het eten wel giftig. Dat zou best goed kunnen, want het is niet de bedoeling dat je gemakkelijk aan voedsel komt in de Arena. Het heet niet voor niets de Hongerspelen.

'Ik denk dat we niet van het eten moeten eten,' suggereer ik en ik duik achter Melissa aan het graanveld in.

In het midden van het veld zit een kleine open cirkel, met gras erin. Het is slim om hier een afleidingsvuurtje te stoken en om daarna verder in het veld te trekken. Mick stemt er, natuurlijk, mee in en Melissa is al bezig met graan plukken voor het hout. Niet veel later hebben we een vuurtje met véél rook en we rennen naar achter. Misschien hebben we het hele graanveld wel in de fik gestoken, als de Spelmakers het zover laten komen.

<(.)><(.)><(.)><(.)><(.)><(.)><(.)><(.)><(.)><(.)><(.)><(.)><(.)><(.)><(.)><(.)><(.)><(.)><(.)>

Hi! Weer een update, zoals elke dag.

Geniet van je weekend ^^, ik heb volgende week toetsweek :/ 

Opgedragen aan 'Alexandra'

X Nien

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro