Verdraaide gevoelens springen en duiken

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

De volgende morgen werd ik vroeg wakker, maar bleef ik in mijn bed liggen. Ik lag op mijn rug en staarde naar het plafond van de kamer, terwijl mijn gedachten naar de vorige dag dwaalden.

Draco was lief en teder geweest, ieder meisje zou ervoor bezweken zijn. Zijn sterke armen en gespierde lichaam konden ook veel meisjes doen zweven. Ik glimlachte bij die gedachte, maar besefte ook meteen hoe verkeerd het was.

Wat heb ik gedaan!  Ik keerde en woelde in mijn bed in een verwoedde poging om weer in slaap te vallen.
"Joanne?" klonk het even later door de slaapzaal. Ik bromde iets onverstaanbaar terug en Hermelien kwam bezorgd voor mijn bed staan.

"Alles wel ok?" Ik keek fronsend op.

"Ik kan niet slapen", besloot ik dan.

"Joanne, het is pas half vijf! Ik denk dat je toch best eens naar Madame Pleister gaat hoor."

"Och Hermelien, ik ben niet ziek. Ik ben gewoon...te moe. Ik weet het niet." Ik had haverwege beseft hoe stom het klonk, dus trok ik gewoon mijn schouders op en keerde me weer om. Hermelien trok een beetje betweterig haar wenkbrauwen omhoog, maar besloot dan ook terug in haar bed te kruipen.

Ondertusen raasden mijn gedachten rond. Hoe kon ik toch zo stom zijn, me zo laten vangen? Wat was er in hemelsnaam zo speciaal aan deze jongen? Hij was gehaat bij al mijn nieuwe vrienden. Jezus, ik mocht blij zijn dat ik hier al zo'n vrienden had! Ging ik dat allemaal op spel zetten voor een flirterige eikel? Nee, zowaar ik Joanne Dhanes heette, was ik dat niet van plan!

Een hele tijd later wist ik toch in slaap te vallen om dan pas weer waker te worden als de ontbijttafel al opgeruimd was. Toen ik de leerlingenkamer binnenkwam, kreeg ik zelfs enkele verbaasde gezichten.

"Je hebt het ontbijt gemist", meldde Ron me spijtig. Ik trok mijn schouders op.

"Wil je graag even naar de keuken?" vroeg Fred, maar ik schudde gewoon het hoofd en hij fronste.

"Waarom zitten jullie allemaal binnen?" vroeg ik, om de aandacht van mij af te leiden. "Het is lekker weer! Goed om te vliegen", vervolgde ik, breed grijnzend.

De enthousiaste gezichten van Harry en Ron werden meteen somber toen Hermelien voor hen antwoordde.
"We hebben echt te veel huiswerk."

Ik wende me nu tot de tweeling en Leo. Leo schudde snel het hoofd. "Ik vlieg niet!"

George trok spijtig zijn schouders op, hij was net wat aan het testen op die arme Leo.

"Ik ga wel mee", zei Fred. Dankbaar glimlachte ik naar hem. Ik miste hoe George zijn broer ongelovig en licht verwijtend aankeek. "Ik haal snel mijn spullen", vervolgde hij.

Enkele ogenblikken later liep ik samen met Fred naar het zwerkbalveld, tot onze grote spijt was het team van Huffelpuf aan het trainen. We besloten even te wachten en gingen in de tribune zitten.

"Wanneer denk je dat onze eerste training is?" vroeg ik hem en Fred trok zijn schouders op.

"Ik heb gehoord dat Anderling een andere kapitein zoekt."

"Tja, we kunnen niet zeggen dat ons dat zou spijten, toch?" Fred grijnzde.

"Hoe is het met jou?" vroeg hij serieuzer na een korte stilte.

"Achja wennen, heimwee, blabla", probeerde ik nonchalant te klinken.

"Je moeder?" probeerde hij voorzichtig. Ik keek hem geschrokken aan.

"wat?" piepte ik. Fred schraapte zijn keel en ging wat rechtop zitten, ongemakkelijk probeerde hij zijn fout te herstellen.

"Ja, ik weet niet, ik dacht dat je haar misschien miste of zo. Ik wil alleen maar zeggen, dat je altijd over haar mag praten", stammelde hij nu. Ik was ondertussen recht gesprongen.

"Ik wil niet over haar praten", antwoordde ik fel en beende weer naar binnen.

Eens ik ook echt in de gangen liep was ik afgekoeld en kreeg ik zelfs wat spijt. Fred had geprobeerd een goede vriend te zijn en ik was zonder uitleg gewoon kwaad geworden. Ik had Malfidus blijkbaar niet nodig om het met mijn vrienden te verknallen, dat kon ik helemaal alleen ook wel.

Onwillig bolde een traan over mijn wang. Toen ik mijn naam hoorde, veegde ik die snel weg en draaide ik me om.
"Fred, het spijt me. Ik...oh, jij bent het." Waarop ik snel rond keek.

"Had je liever die lange rooie dan?" spotte Malfidus. Ik keek hem vernietigend aan. Kwaad. Hij beledigde mijn vriend, die ik net gekwetst had en toch zag hij mijn verdriet.

"Joanne, wat is er?" vroeg hij nu bezorgd. Vervloek hem, de jongen die ik moest haten. Een tweede traan liep nu langs mijn wang. Hij keek nog eens snel rond en stapte dan naar me toe. Hij nam mijn arm vast en liep snel door de gangen, naar alweer een leeg leslokaal.

"Wat dan?" vroeg hij nu wat dwingender.

"Malfidus, toe. Stop!"

"Wat? Je huilt! Joanne, is dit mijn schuld?" Ik schudde gewoon mijn hoofd. Mijn stem zou overslaan van zodra ik ze zou gebruiken en dus zei ik niks. De blonde jongen werd een beetje radeloos.

"Was het die Wemel? Weet hij iets?" Nu kon het me niet schelen dat mijn stem oversloeg, die arme Fred kon er helemaal niks aan doen.

"Nee, Malfidus. Er zijn echt nog andere dingen in mijn leven dan jij!" Licht geschrokken, trok hij zijn wenkbrauwen op.

"Wat dan wel?" Ik zweeg weer, hoe kon hij het ook snappen. "Joanne", hij fluisterde en trok me zacht naar zich toe. Hij sloeg zijn armen liefdevol om me heen en ik legde mijn snikkende gezicht tegen zijn borst.

"Hij wou gewoon lief zijn", jammerde ik. "Ik werd kwaad omdat hij lief wou zijn." Draco wreef over mijn rug en wiegde me troostend heen en weer.

"Het is ok, hij snapt het vast wel."

"Oh Draco, ik snap het niet eens. Waarom zou hij het dan snappen?"

"Ik heb zo een vermoeden dat het best meevalt", knipoogde hij. Ik trok mijn schouders op.

"Misschien maakt het ook niet uit. Vroeg of laat kom dit uit..." Ik wees van mezelf naar hem "...en dan loopt het toch af."

"Bedoel je dat je gaat toegeven dat dit niet enkel hormoon gerelateerd is?" vroeg hij met een klein lachje.

"Ik bedoel dat er al genoeg gebeurd", zei ik streng.

"Wel, in dat geval maakt het niet meer uit hoe we verder gaan, toch?"

Ik fronste naar hem, maar zodra zijn lippen op die van mij stonden, vergat ik weer waar ik was, wat ik moest zeggen. Ik vergat alles wat me zou kunnen uitmaken, er was alleen hij en ik... Draco en ik.

Even later wist ik me toch uit zijn omhelzing te trekken.

"Ik moet Fred zoeken."
Hij knikte gewoon en liep de gang op. Ik wachtte enkele minuten en glipte dan ook de gang op. Ik snelde naar buiten, maar Fred was nergens meer te bespeuren.

De moed zonk in mijn schoenen, hij was vast naar de leerlingenkamer. Op weg naar boven, begon mijn maag onwillekeurig te grommen. Ik besefte dat ik nog niet gegeten had vandaag. Het moest dicht bij de middag zijn, iedereen zat vast in de grote zaal!

Ik maakte, met hernieuwde moed, rechtsomkeer. Alsof mijn voeten de grond niet raakten zweefde ik door de gangen. Ik had me rotslecht gevoeld. Draco had dat beter gemaakt. Hij had het perfect gemaakt. Hoe kon dit dan fout zijn?

Ik liep de grote zaal binnen en speurde de griffoendortafel af naar Fred. Toen ik hem vond, staarde hij me al aan. Naast hem zwaaiden Leo en George naar me, hij had dus niks gezegd. Ik liep op hen af en ging naast Fred zitten. Ik zocht zijn blik terug, maar hij negeerde me.

"Het spijt me", fluisterde ik bijna onhoorbaar, maar Fred keek me even aan, trok zijn schouders op en staarde terug naar zijn bord. Dan, alsof hij zich iets herinnerde keek hij mijn breed grijnzend aan.

"Zo snel ben ik niet onder de indruk hoor!"

Iets zei me dat hij dat wel was, maar ik besloot dat te negeren en grijnsde terug.
"Goed!"

Even later waren we samen op weg naar de leerlingenkamer als een klein stemmetje me afleidde.

"Uh. Joanne?" Ik keerde me om en keek recht, nu ja, nadat ik even zocht en dan naar beneden keek, naar een eerstejaarse.

"Ja?"

"Uhm. Professor Anderling vroeg of je even naar haar kantoor komt." De Wemels en Leo keken nu ook om.

"Wat heb ik nu weer gedaan?" klaagde ik meteen. Ik zat hier nog geen twee maand op school en ik had al meer strafwerk gekregen dan mijn klasgenoten samen.

"Weet ik niet", piepte het geschrokken meisje. Ik gromde en terwijl ik wou vertrekken vroeg Fred of hij mee moest lopen.

"Nee bedankt, Fred"
Met afgehangen schouders liep ik terug door de gangen, met elke stap die ik zette begon ik me meer zorgen te maken.

Waren er beveiligingsspreuken op lege klaslokalen? Wist ze van iets? Ik stelde mezelf gerust dat ze vast gewoon wou vragen of ik me in mijn nieuwe omgeving kon vinden. 

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro