Hoofdstuk 7

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Drie paar ogen kijken me aan en ik deins achteruit. Ze zijn duidelijk niet van de Diamant. Niet dat ik zoveel moet zeggen natuurlijk. Maar toch.

Kleine tattoos versieren hun onderarmen met hetzelfde teken.
Ik ben niet per se bang van hen maar als ze een bewaker ineen kunnen slaan, dan zal iemand zoals mij ook niet echt een probleem zijn. De bende van drie kijkt me aan en zegt niets. Één meisje en twee jongens. Het meisje heeft asblond haar tot aan haar schouders en de jongens hebben beide zwart haar. De ene wat langer en de andere gemillimeterd. Opeens hapt het meisje naar adem. 'Dat... Ze is...' vragend kijkt ze naar de gespierde jongen -waarschijnlijk de leider van hun bende- en hij knikt.

'Hallo Grace.' Zegt hij met een lach die eerder sympathiek overkomt, dan arrogant of angstaanjagend -wat ik eerder had verwacht.

Zijn stem komt me bekend voor maar zijn gezicht zegt me niets.
Ik zet nog een stap achteruit. Hij kent mijn naam.

'Ik... Hoe... Wie...' stotter ik, net zoals het meisje met blond haar.

'Hoe ken je mijn naam?'
Maar dan valt alles op zijn plaats,
'Jij bent de jongen die in mijn kamer heeft ingebroken!' Zeg ik luider dan mijn bedoeling was.

'Ja,' lacht hij, 'en de jongen die jij hebt bedreigt met een mes.'

Ik bloos. Half door schaamte maar ook half door woede. Hoewel ik hem wilde vinden, en hem vragen wat hij ik mijn kamer deed, en wat hij weet over James, is het enige wat ik nu wil weglopen. Ik kijk naar rechts, om de hoek, maar zie iets wat nog erger is dan deze drie mensen hier; mijn vader. Hij wandelt -langzaam- deze kant op, en ik kan nergens heen. Paniekerig kijk ik om me heen, opzoek naar een uitweg. De bende ziet de paniek in mijn ogen en kijken ook om de hoek.

'Je vader.' Stelt de derde jongen vast, die nog geen woord heeft gezegd. Ik knik.

'Hulp nodig?' Vraagt het andere meisje dan, en even zet ik mijn angst opzij om met hen mee te gaan.

Alles is nu beter dan een woeste  vader die mij hier betrapt. Mijn vader kijkt schichtig om zich heen en ik schrik als ik zie hoe dicht hij al bij ons is. De jongen met het wat langer in zwarte haar kijkt me aan met zijn felgroene ogen en pakt mijn arm beet. 'Lopen.' Beveelt hij, waarop de groep begint te rennen. En ik laat me gewillig meevoeren. Mijn vader heeft ons niet gezien, of mij toch niet herkend en we na een tijdje komen we hijgend tot stilstand. Het meisje lijkt de enige die niet buiten adem is maar de andere jongens staan -net zoals mij- voorovergebogen met hun handen op hun knieën. Puffend zegt de jongen met lang haar -die ik lang niet zo intimiderend meer vind- aan de andere jongen: 'Jouw beurt om een taxi te betalen.' De andere jongen moppert lachend maar bestelt daarna een vierpersoons-taxi.

We rijden een dik halfuur. We rijden de stad uit. Dat is te zien aan de toestand van de straten en de huizen. Wanneer we aan een soort van bunker aankomen -of dat denk ik toch, want de deur leidt ons naar een eindeloze trap- stoppen we. En hoewel we konden
uitrusten in de taxi, en niet meer moeten lopen op de trap, maar gewoon rustig stappen, laat mijn conditie mij toch in de steek.

'Ik ben Ash.' Zegt de jongen met zijn lang haar. 'Een goede vriend van James. Dat is Saphira,' hij wijst naar het enig meisje van de groep, 'en dit is Emmanuel.' De andere jongen.

'Ik ben Grace.'

'Dat weten we.' Lacht Saphira. Maar ergens meen ik toch droefheid te herkennen.

De kamer die we binnengaan ziet er net zo uit als de trap, grijs, grauw, en het geeft eenzame indruk. Het enige kleurrijke in de kamer is felroze haar van een meisje dat ongeïnteresseerd aan een tafel met haar nagels bezig is. Naast haar zitten nog twee andere jongens, die sprekend op elkaar lijken maar de ene is mager, en draagt een bril terwijl de andere brede schouders heeft, en er ruig uitziet. Ook heeft hij een bruine huid en de andere ziet lijkbleek.

'Oké jongens, dit is Grace Dawson, waarover ik jullie heb verteld, de tweelingzus van James.'

'Aha, de nieuwe vlam.' Klinkt er vanachter de tafel waar het meisje zit. Ik voel het bloed stijgen naar mijn wangen maar als ik naar Ash kijk, zend hij haar een koele blik toe.

'Nee,' zegt hij behoedzaam, 'ze is de zus van James, en ze is hier voor informatie -veronderstel ik.' Bij dat laatste kijkt hij naar mij, en ik knik.

'Aha, en dat is waarom je haar in de nacht bezoekt?' Zegt het arrogante meisje weer.

'Nee, ik waarschuwde haar alleen maar.' Maar ze negeert hem verder -en hij haar uiteindelijk ook.

'Dit-' zegt hij uiteindelijk en hij wijst met een knikje naar het arrogante meisje met zuurstokroze haar en een zwarte leren jas aan, 'is Candice.'

Ze kijkt me even aan met een verveelde blik, en gaat weer verder met wat ze bezig was.

'Ze is klein, heeft roze haar, en haar bijnaam is Candy, maar ze is de felste en gevaarlijkste van ons team, dus onderschat haar niet.', vervolgt Ash zijn uitleg, waarna hij een grijns naar Candice stuurt.

'Candy, zeg eens hallo tegen ons nieuwste teamlid.'

Plots klinkt er protest van alle kanten. Ook van mij.

'Ik heb nooit gezegd dat ik in jullie zonaamde team wou.'

'Ja Ash, je hoort haar toch, laat haar gewoon gaan.' Zegt een jongen die aan dezelfde tafel zit als Candice, maar dan achter een computer, de jongen met de bruine huid.

'Oké' zegt Ash, die de jongen zijn reactie negeert, 'zie dit dan maar als een uitnodiging.' Hij grijnst.

En net als ik wil zeggen dat ik de uitnodiging níét accepteer, zegt Candice:

'Ik ben benieuwd hoelang ze dát zal volhouden.' Ze snuift hooghartig.

'Excuseer?' Dat ze me niet direct mag, dat begrijp ik, maar ik heb mezelf hier niet uitgenodigd. Ik wíl hier zelfs niet zijn. En omdat zij zo doet, wil ik Ash' uitnodiging bijna accepteren.

'Ik zei:,' gaat Candice verder, 'ik ben benieuwd hoelang ze dat gaat volhouden.

'Ja, dat heb ik begrepen.' Snauw ik. Arrogante trut. Wie denkt ze wel dat ze is?

Ze negeert mij verder en zegt al grinnikend tegen Ash: 'Pittige tante heb je meegebracht hoor, ik ben benieuwd wat je ermee gaat doen, maar als we gaan stemmen of ze in het team komt, dan ben ik alvast voor team nee.'
En met die woorden staat ze op, draait ze zich om, en loopt de kamer uit.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro